What's new

Kan duurzame landbouw de wereld voeden?

E

elmanito

Auteur: Mark Bittman
8 maart, 2011

Het oudste en meest algemeen gebruikte argument tegen biologische landbouw is dat er niet genoeg geproduceerdniet genoeg wordt om er iedereen mee te voeden. Dit is wel een aanname en geen voldongen feit. Grootschalige langbouw, bio-industrie, werkt net zo goed, niet optimaal: Nog nooit was de prijs van voedsel zo hoog.

Toch is er licht aan de horizon: Een toenemend aantal wetenschappers, beleidsmakers en experts (geen hipies!) suggereren dat landbouw methoden die veel overeenkomsten vertonen met biologische landbouw (misschien het best omschreven door het woord 'duurzaam') minder moeite hebben om de arme bevolking te voeden. Mits de schade veroorzaakt door grootschalige landbouw hersteld wordt. De duurzame landbouw zou zelfs uiteindelijk de norm kunnen worden.

Afgelopen dinsdag presenteerde Olivier de Schutter (UN woordvoerder van 'the Right to Food') het verslag: 'Agro-ecology and the Right to Food'. Hij lichtte in een telefonisch gesprek toe dat Agro-ecology veel gemeen heeft met 'duurzaam' en 'biologisch'. Het belangrijkste punt van Schutters aanbevelingen is:
“Agriculture should be fundamentally redirected towards modes of production that are more environmentally sustainable and socially just”

Agro-ecology, zegt hij, helpt zo wie zo kleine boeren die goedkoper maar ook effectiever moeten produceren maar het helpt in feite ieder van ons, omdat het de opwarming van de aarde vertraagt en de vernietiging van het milieu. Door productie te decentraliseren hebben bijvoorbeeld overstromingen in zuidoost Azië minder gevolgen voor de wereld rijstopbrengst; kleinschalige productie maakt het systeem minder gevoelig voor klimaat rampen. We noemen het een 'systeem', maar die benaming is eigenlijk nogal loos, het doet geen recht aan de slachtoffers van hongersnoden en de vetzucht. Ironisch genoeg zijn deze groepen ongeveer even groot.

Met industriele (of 'conventionele') landbouw zijn heel veel hulpbronnen gemoeid, zoals abnormale hoeveelheden water en olie om kunstmest uit te maken, om de bewerking van het land te mechaniseren, de irrigatie installaties te laten werken, gebouwen te verwarmen, oogsten te drogen, en uiteraard vervoer mogelijk te maken. Dit heeft tot gevolg dat de aarde meer moet leveren dan ze in die zelfde tijdsspanne kan aanvullen. De aarde heeft 18 maanden nodig om alles wat in een jaar opgemaakt is weer aan te vullen. Of anders gesteld: we hebben 1.5 aardes nodig om onze huidige manier van leven voort te zetten.

Agro-ecology en aanverwante methoden hebben ook hulpbronnen nodig, maar dat is meer in de vorm van arbeid, én denkwerk (onderzoek) én handenwerk: De wereld zal meer boeren nodig hebben en zeer waarschijnlijk minder mechanisatie. Veel aanhangers is niets te gek, in hun aanbevelingen waren zelfs genetisch gemanipuleerde gewassen (GMO's) en kunstmest te rechtvaardigen. Intussen lenen degenen die de conventionele 'normale' landbouw proberen te verbeteren steeds meer van de biologische aanpak. Veel van deze hybride methoden zijn vorige week overtuigend bediscuteerd in 'Dot Earth' de blog van Andrew Revkin.
Op dit moment is het echter moeilijk enige vooruitgang te zien in een land waar bijvoorbeeld 90 procent van de maïsoogst gebruikt wordt als grondstof voor ethanol (40 percent) en als veevoer (50 percent). En ook nog het grootste deel van de fervente aanhangers van de agro-industriele methode (helaas onder andere de meeste de Congres leden, die grotendeels deze items negeren) doen alsof ze op de een of andere manier de 'global warming' zullen fixen en de daaruit voortkomende klimaatsverandering. Het kleine percentage climate-change ontkenners is nog in discussie met Copernicus. De aanhangers hebben het idee dat door meer te produceren, we uiteindelijk weten hoe iedereen op aarde te voeden, zelfs ofschoon we dat nu nog niet weten. De wereldbevolking zal in 2050 gegroeid zijn tot 9 miljard, en meer productie van verkeerde zaken zoals olie, maïs, vlees maakt de zaak alleen maar erger. Velen schijnen het naïeve geloof te hebben dat er geen tekort aan grondstoffen ontstaat en we door moeten gaan op de oude manier.

Het gaat hier om meer dan het bedenken van één enkele perfecte oplossing (silver-bullet thinking). Toch wordt het voor iedereen die zijn ogen opent en inziet dat de natuur zo bedreigd is door de agro-industrie, heel aantrekkelijk alle moderniteiten af te zweren en kippen te gaan houden.

Samenvattend enkele voor zich sprekende doelen:
We hebben een overtuiging op wereld niveau, te weten de (morele) erkenning dat voeding een basaal recht is en de (praktische) visie dat duurzaamheid een hoge prioriteit heeft.
We willen de milieu schade verminderen en repareren, de productie en consumptie van inefficiënt voedsel verminderen, de efficiëntie verhogen en iets doen met verspilling. (Sommigen schatten dat 50 percent van alle voeding wordt verspild) Een verstandig en voedzaam dieet is voor iedereen belangrijk, veel mensen zullen beter eten en anderen zullen minder vlees eten, wat ook een vorm van beter is.

De Schutter en anderen die instemmen met de doelstellingen beschreven in bovenstaande alinea's zeggen dat duurzame landbouw de belangrijkste keus voor ontwikkelingslanden zou moeten zijn en dat zelfs de meer ontwikkelde landen alleen de beste aspecten uit de conventionele landbouw zouden moeten aanhouden, zodat van elk het beste over blijft. Pas een maand geleden publiceerde de overheid 'The Future of Food and Farming' dat het huidige, grondstoffen vretende systeem afkeurt (ofschoon het duidelijk pro-GMO is) en duurzaamheid promoot. Waardoor de Schutter kan zeggen dat er studies zijn die aantonen dat duurzame landbouw haar opbrengst kan verdubbelen in slechts enkele jaren.

Niemand weet hoeveel mensen op deze manier gevoed kunnen worden, maar experts en onderzoeken zoals onder andere die van de U.N. Food and Agriculture Organization, de universiteit van Michigan en Worldwatch schijnen het met elkaar erover eens te zijn dat duurzame landbouw een systeem is waar meer mensen voor zouden moeten kiezen. Volgens Schutter is voor ontwikkelingslanden, vooral die in Afrika, de omslag van high-tech naar low-tech boeren snel te maken.
"It's easiest to make the transition in places that still have a direction to take."

Maar, hij voegt er aan toe dat die omslag voor meer ontwikkelde gebieden veel moeilijker is, vooral omdat deze eerst van hun kunstmest verslaving af moeten zien te komen. We moeten toe naar een duurzame productie. We kunnen niet afhankelijk zijn van de gas en olie uit Rusland en het Midden Oosten. En we kunnen niet doorgaan met het vernietigen van het milieu en de klimaatsverandering versnellen. We moeten de meest efficiënte manier van voedsel produceren toepassen.

En met hem zijn velen ervan overtuigd dat dat niet de agro industriële methoden zijn.

bron

Namaste :plant grow: :canabis:
 
Top